Verwerking
Stap 1:
Verzamel bruikbare informatie die je vindt achter de links van de infobronnen. Per bron noteer je interessante standpunten en argumenten van anderen. Geef eventueel in jouw brontekst met kleur aan wat het standpunt is en wat het argument is, zo maak je het overzichtelijk voor jezelf. Analyseer de argumenten die worden gegeven: zijn ze bruikbaar? Zijn ze overtuigend?
Stap 2:
Bepaal je eigen standpunt: "waarom vind je dat?" Maak in een documentje een argumentatieschema waarbij je minstens 2 argumenten en een tegenargument formuleert.
Standpunt | Argument 1 | Subargument |
Argument 2 | Subargument | |
Weerlegging/tegenargument |
Stap 3:
Verwerk deze informatie in een tekst. Let goed op jouw stijl, spelling en interpunctiegebruik. Een lezersbrief is steeds een reactie op wat je gelezen, gehoord of gezien hebt. Hij moet kort en krachtig zijn. Te lange lezersbrieven worden ofwel ingekort ofwel niet gepubliceerd. Hou hier rekening mee.
Onderaan de lezersbrief noteer je jouw naam.
Werk volgens de volgende structuur:
Titel
Bedenk een treffende titel. Soms staat de titel al gegeven in de opdracht, dan kan je die gewoon overnemen. Wanneer je zelf een titel moet bedenken, kan je kiezen uit een beschrijvende titel of een nieuwsgierig makende titel.
Inleiding
In de inleiding vertel je waar het onderwerp over gaat. Mogelijke inleidingen: In de / het ... (naam krant of tijdschrift) van ... (datum) las ik ... (heel kort het onderwerp of de titel van het artikel).
De inleiding moet jouw publiek echt aanspreken: je wil graag de aandacht van de lezer trekken en je wil deze aandacht ook vasthouden. Dit doe je door een interessant voorbeeld te geven, of zelfs door een persoonlijke anekdote eraan toe te voegen.
Uitleg
Nadien leg je kort uit waarover jouw betoog zal gaan.
Standpunt
Geef duidelijk jouw standpunt weer. Zorg dat je niet meteen meerdere onderwerpen in jouw standpunt betrekt zodat het onderwerp niet te breed wordt.
Middenstuk
In het middenstuk vertel jij wat jij van de stelling vindt. In dit deel geef je jouw mening en ondersteun je die met argumenten. Zorg ervoor dat het overtuigende argumenten zijn. Dit kan je doen door objectieve argumenten aan te halen. Gebruik hiervoor informatie die je op de websites hebt gevonden. GeDenk hierbij aan bepaalde onderzoeken die werden uitgevoerd, voorbeelden uit de praktijk of meningen van mensen die verstand hebben van jouw onderwerp.
Hoe ga je concreet te werk?
1. Formuleer 5 hoofdvragen mbt je stelling. Eventueel laat je deze vragen controleren door jouw leerkracht. Je bent nu aan het documenteren.
2. Iedere hoofdvraag geef je een eigen kleur. Met deze kleur onderstreep je de gevonden antwoorden in je informatie.
3. Iedere hoofdvraag met de antwoorden worden op een a4 weergegeven. Nu heb je de basis voor je argumenten.
4. Maak een duidelijk schrijfplan (inleiding-middenstuk-slot). Gebruik een meervoudig onderschikkend argumentatieschema, zie figuur.
5. Noteer je argumenten in een logische volgorde. Haal deze uit je antwoorden op je hoofdvragen.
6. Schrijf de kladversie. Houd je aan de volgende 5 punten:
Geef achtergrondinformatie. Hierdoor kan het publiek zich inleven in het onderwerp. Gebruik eventueel een recent nieuwsbericht of anekdote.
Ieder hoofdargument (met onderschikkende argumenten en aanvullende informatie) vormt een alinea van je middenstuk. Probeer de hoofdargumenten te beperken tot drie, hooguit vier.
Slot
Schrijf een gepast slot met daarin een korte samenvatting en de conclusie. Probeer te eindigen met een uitsmijter. Deze blijft hangen bij het publiek.
7. Laat je kladversie beoordelen door een klasgenoot.
Stap 5
Schrijf de nette versie.
Daarom is het niet absoluut noodzakelijk dat je brief de vorm heeft van een formele brief.
Toch schrijven we een lezersbrief meestal als een formele brief (tenzij we hem mailen), omdat het dan makkelijk is voor de lezer om alle nodige info meteen te vinden (wie je bent, waarover je schrijft ...).
Een lezersbrief is steeds een reactie op wat je gelezen, gehoord of gezien hebt. Hij moet kort en krachtig zijn. Te lange lezersbrieven worden ofwel ingekort ofwel niet gepubliceerd.